Vorige week maakte Minister Schouten de regeling bekend over het gebruik van diervoeders op melkveehouderijbedrijven. Een onaangename verrassing voor iedereen, dat de minister gaat sturen op maximaal ruw eiwit gehalte in aanwezige diervoeders op het erf. Het LandbouwCollectief en ook veevoerbranche-organisatie NEVEDI hebben negatief gereageerd op dit voorstel.
De Samenwerking heeft altijd gepleit voor een totaalrantsoen benadering. Uiteindelijk gaat het om het ruw eiwit gehalte in het totale rantsoen en niet van één of meer specifieke voedermiddelen. Het verwachte resultaat van deze regeling op de stikstofuitstoot is zeer minimaal en deze ruimte wordt gebruikt om andere sectoren zoals de industrie en bouw vooruit te helpen! Een bizarre situatie die gaat gelden voor 4 maanden, namelijk van 1 september t/m 31 december 2020. Op dit moment wordt er door verschillende partijen bekeken hoe de politiek te bewegen is tot aanpassing.
Wat houdt de regeling in?
Op basis van de intensiteit (kg melk per ha) en grondsoort heeft elke veehouder een eigen norm aan maximaal ruw eiwit in diervoer. Dit geldt voor al het voer uitgezonderd gras, luzerne, bierbostel, tarwegistconcentraat en kalvermelkpoeder.
Voorbeeld: Op een bedrijf met 15.000 kg melk per ha en meer dan 50% veengrond mag het voer niet meer dan 164 gram ruw eiwit bevatten. Dit geldt dus voor alle krachtvoeders, bijproducten en grondstoffen. Een groot gemis is het feit dat er vooralsnog niet gemiddeld mag worden met voersoorten. Elke bulk voer en elk bijproduct moet aan de norm voldoen, zodat sturen in het rantsoen zo goed als onmogelijk wordt. De komende weken zal uw adviseur dit onderwerp met u bespreken tijdens de bedrijfsbezoeken om te kijken hoe deze regeling er voor uw bedrijf uitziet en wat de beste strategie is om te volgen.
Waarom werkt deze maatregel averechts?
Eiwit (N) is voor de gezondheid, groei en productie van het dier noodzakelijk. Een tekort leidt net als bij de mens, kat of hond tot grote problemen. Stel je eens voor dat we aan de mens voorschrijven om geen vlees, zuivel, soja of bonen te mogen eten. Zeker in specifieke gevallen moet er gericht eiwit bijgevoerd kunnen worden. Dat kan met deze maatregel niet. Dat is onverantwoord.
Te weinig eiwit voeren gaat ten koste van de productie. Om dezelfde hoeveelheid melk te produceren moet de veehouder aanpassingen doen die leiden tot hogere kosten en minder efficiency. Per saldo is dit slecht voor het milieu en werkt deze maatregel averechts.
Maatregel moet aangepast worden
De milieuwinst van een dergelijke maatregel is minimaal. Als er dan toch op eiwit gestuurd moet worden, ga dan voor een totaalrantsoen benadering. Uiteindelijk gaat het om het ruw eiwit gehalte in het totale rantsoen en niet van één of meer specifieke voedermiddelen. Op dit moment wordt er door verschillende partijen, waaronder Nevedi, bekeken hoe de politiek te bewegen is tot aanpassing. Wij doen verder een dringende oproep aan het ministerie om aan de slag te gaan met de voorstellen van het LandbouwCollectief. Betrek daarbij specialisten, die verstand hebben van de veehouderij, voeding en gezondheid.
Willy Hanssen,
directeur De Samenwerking