Loop daarom uw klimaatinstellingen nog even na.
De nachten worden kouder terwijl de stallen binnen nog redelijk op temperatuur zijn. Voorkom problemen met uw dieren door uw klimaatinstellingen nog even langs te lopen.
Temperatuurinstelling:
Dragende zeugen 20 ºC
Zogende zeugen 21-22 ºC
Gespeende biggen Dag 1 28 ºC – Dag 45 23 ºC
Vleesvarkens Dag 1 24 ºC – Dag 84 21 ºC
Stel uw temperaturen niet te laag in, want dan wordt er te veel geventileerd en wordt er teveel koude lucht naar binnen getrokken met tocht als gevolg.
Begrens uw max. ventilatie op 60-70 %.
Stel in de winter de P band (verschil in graden tussen het minimum en maximum ventilatieniveau) in de winter af op 6. Dan loopt uw ventilator rustig. Hoe korter de P band hoe onrustiger de ventilator loopt. Dat leidt in het najaar tot luchtwegproblemen. Zet de luchtinlaat op ongeveer 30-40 % .
Voorkom over-ventilatie, dat leidt tot;
- Afkoeling
- Temperatuurschommelingen
- Te hoge luchtsnelheid (Tocht)
De gevolgen hiervan zijn:
- Hoger risico op ademhalingsproblemen
- Hoger risico op oor en staartbijten
- Onnodig hoge verwarmingskosten